3D spelregels , door Ger van den Brink
Omdat niet iedereen de spelregels van het 3D schieten kent, zullen we een aantal zaken belichten en uitleggen.
Bij het 3D schieten wordt geschoten op kunststof dieren. Dit is niet zielig want de dieren zijn dus gewoon van rubber!
De dieren zijn op ware grote en zien er levensecht uit (hangt ook wel een beetje af van de fabrikant).
Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die daar wat moeite mee hebben, maar als je dit een keer hebt gedaan dan smaakt het naar meer.
In sommige gevallen zijn de dieren sterk vergroot omdat het nu eenmaal lastig is om een kevertje of een spinnetje op ware grootte te raken.
De schietafstanden zijn verschillend en er wordt niet aangegeven wat de afstand tot het dier is, je moet deze afstand dus zelf inschatten.
Soms staan de dieren op een donkere plek en je zult merken dat het lastig is om van licht naar donker te schieten of andersom, van donker naar licht.
Hoogteverschillen betekent dat je op een iets andere manier moet schieten en als er over water of over een heuveltje geschoten moet worden is het lastig om de afstand goed in te schatten.
Veiligheid voor alles en dat geldt zeker voor het 3D schieten. Een 3D parcours wordt over het algemeen in een natuurgebied uitgezet.
Er dient goed nagedacht te worden hoe de dieren geplaatst worden zodat het geen gevaar kan opleveren voor anderen.
Behalve andere schutters kun je wandelaars of fietsers verwachten. En wat te denken van hardlopers en mountainbikers, die kunnen zo voor je boog langs vliegen. En dan hebben we het nog niet eens over levende 3D dieren.
Altijd leuk, een bewegend doel, maar de gevolgen kunnen groot zijn. Vooral in een bosrijke omgeving heb je niet altijd goed zicht op wat er vanachter een boom of struik weg komt.
Op paden en toegangswegen worden daarom linten gehangen met een bordje dat er een schietwedstrijd plaats vindt.
Maar dit is geen garantie voor een veilig parcours, heel veel mensen negeren namelijk alle waarschuwingen en lopen of fietsen dwars door het parcours heen.
Voor de schutter is het van groot belang altijd de omgeving goed in de gaten te houden. Dit geldt met name voor degenen die niet op schot staan, want als je zelf staat te schieten ben je niet gefocust op de omgeving.
Wees alert en roep “HO, STOP” naar de schutter als mens of dier nadert..
Er zijn mensen die camouflage kleding aantrekken als ze naar een 3D wedstrijd gaan. Dan staat stoer en bovendien zie je ze dan tenminste niet. En dat is erg handig, want stel dat zo’n rubber beest jou aan ziet komen. Dan rent ‘tie hard weg nog voordat je een schot hebt kunt lossen… Het zou beter zijn om een geel hesje aan te trekken als je aan een schietwedstrijd deel neemt. Pas je kleding in ieder geval aan, aan de weersomstandigheden. De wedstrijden vinden vaak plaats in voor- of naseizoen en dan kan het koud en nat zijn. Zorg in ieder geval voor stevige schoenen en wees niet bang om vies te worden. Er zijn wedstrijden die bekend staan om de blubber en geloof me of niet, ook dat is leuk om mee te maken. Zorg ook voor voldoende pijlen want je hebt kans dat er één of meerdere pijlen wegraken of kapot gaan. Er staan soms bomen in de weg en er zijn mensen die het presteren om zelfs het dunste twijgje te raken als dit voor een doel hangt.
Mis is vaak ook mis en dat betekent zoeken. Sommige groepen zijn meer tijd kwijt met zoeken dan met schieten. Maar als je lang blijft zoeken dan irriteer je wel de groepen die na jou komen want die moeten allemaal wachten. Niet te lang zoeken dus, in de meeste gevallen vindt iemand uit een andere groep jouw pijlen wel weer want ook in andere groepen zijn er mensen die wel eens missen. Als je pech hebt dan ketst de pijl af op een dier en dan wordt het echt lastig zoeken. Daar is maar één remedie voor, het beest in het midden raken…
Een 3D wedstrijd bestaat meestal uit 32 doelen waarbij sommige doelen uit meerdere dieren bestaan maar in de meeste gevallen betreft het één dier. In ons geval zijn er trouwens 24 doelen. Bij veel wedstrijden mag je je eigen groepje samenstellen, als het een officiële (Bonds-) wedstrijd is dan worden de groepen van te voren ingedeeld. De regel is dat schutters in één groep tenminste van twee verschillende verenigingen moeten zijn. Er is een whiteboard waarop je je naam kunt invullen onder het nummer waar je wilt beginnen. Afhankelijk van het aantal deelnemers bestaat een schietgroepje uit 4-5 personen. Als er veel deelnemers zijn dan kan een groep uit zes schutters bestaan, meer is niet wenselijkomdat de wachttijden dan wel erg lang worden.
Voordat de wedstrijd begint is er een briefing waarbij huis- en spelregels in het kort worden uitgelegd en er gelegenheid is voor vragen. De deelnemers worden daarna weggebracht naar het startpunt. Er wordt een startsein of een starttijd afgesproken zodat iedereen op hetzelfde moment begint. De route wordt aangegeven met rood/witte linten, deze worden altijd aan de rechterkant van de route gehangen. Door deze route te volgen kom je vanzelf bij het volgende doel. Loop nooit terug over het parcours, je komt dan in het schootsveld van de groep achter je!
Bij elk doel staan drie “plokken”, een rode, een blauwe en een witte. Bogen met vizier schieten vanaf de rode plok, bogen zonder vizier van de blauwe en aspirant- en jeugdschutters vanaf de witte. Op die manier kan de moeilijkheidsgraad aangepast worden aan het type boog en is het voor iedereen uitdagend. Eén voet moet tegen de plok gezet worden en je mag niet voor de plok gaan staan, alleen achter of tegen de zijkant. Hoe je dit doet maakt niet uit, al ga je er bij zitten. Zolang je maar één voet aan de plok houdt. Volgorde van schieten maakt niet uit maar het leukste is om dit wat met elkaar af te wisselen. TIP: ga niet als eerste schieten als je het voorgaande doel hebt gemist maar laat dan de anderen even voorgaan. Degenen die niet schieten houden de omgeving in de gaten en kijken ook mee om te zien waar eventueel gemiste pijlen terecht komen, de schutter kan dit zelf niet altijd goed zien. De pijlen moeten eigenlijk genummerd worden of van ringetjes worden voorzien (1 t/m 3 ringen) en moeten in de juiste volgorde geschoten worden. Als je namelijk niet weet of de pijl doel getroffen heeft dan schiet je nog een pijl voor de zekerheid. Blijkt dan dat de eerste pijl toch raak was dan worden de punten van de eerste pijl toegekend. Je moet dus wel weten welke pijl er als eerste is afgeschoten. Als iedereen aan de beurt is geweest kunnen de punten geteld worden. De bogen etc. worden direct meegenomen om de route na het tellen te kunnen vervolgen. Meestal worden de punten door twee verschillende mensen bijgehouden, op die manier kun je elkaar controleren. De rest gaat gemiste pijlen zoeken. Het is not-done om eerst gezellig te discussiëren over de punten, dan de punten te noteren en als laatste de pijlen te gaan zoeken. Dit kost tijd en veroorzaakt wachtende groepen.
Als er meerdere dieren staan dan kan het een plus/min doel zijn waarbij maar één dier punten oplevert. Raak je het verkeerde dier dan krijg je strafpunten.
Of het kan een waaierdoel zijn van drie dieren, in dat geval schiet je elk dier met één pijl, maximale score dus want voor elk dier krijg je punten, 10 punten voor een hit en 20 punten voor een kill.
Dan is er nog een hunter waarbij slecht één pijl geschoten mag worden.
Zijn er meerdere dieren waarop geschoten mag worden dan moet je een keus maken en dit ook voordat je gaat schieten kenbaar maken.
Op normale doelen mogen maximaal drie pijlen worden geschoten, heb je het dier geraakt dan stop je. De eerste pijl raak levert meer punten op dan de tweede en de tweede weer meer dan de derde. Wordt het dier geraakt dan noemen we dit een “hit” of een “treffer”. Een eerste hit levert 17 punten op, een tweede hit 11 en een derde 5 punten. Wordt de pijl binnen de cirkel geschoten dan noemen we dit een “kill”. Hiervoor worden meer punten toegekend: eerste pijl 20, tweede pijl 14 en derde pijl 8 punten.
De zogenaamde “inner kill” is feitelijk bedoeld voor compound schutters en recurveboog met vizier schutters. Alles buiten de binnenste cirkel is dan een gewone hit. Deze puntentelling wordt echter weinig gebruikt en bij de meeste wedstrijden geldt de buitenste cirkel ook voor compounders en recurvers als “kill”.
Als het lijntje van de cirkel wordt doorsneden dan geldt dit als een kill, raakt de pijl de cirkel zonder deze te doorsnijden dan is het een hit. De punten telling kan afwijken en is soms anders. Ook is men bezig om landelijk een nieuwe puntentelling in te voeren waarbij het verschil tussen een hit en een kill kleiner is. Op het scorebriefje staat altijd de te gebruiken punten telling zodat dit voor iedere deelnemer duidelijk is. Het komt soms voor dat een pijl terug ketst en voor het dier blijft liggen. In dat geval spreken we van een bouncer en geldt de puntentelling als voor een treffer. Een bouncer moet tenminste door twee mensen gezien worden. Als de pijl het dier raakt en vervolgens achter het dier terecht komt dan worden geen punten gegeven. Wordt het dier getroffen nadat de pijl een tak geraakt heeft dan telt de normale puntentelling, gaat de pijl via de grond dan wordt deze afgekeurd.
Zoals eerder gezegd wordt de puntentelling meestal door twee personen gedaan. Er zijn mensen die alleen kruisjes invullen en aan het eind van de wedstrijd alle punten bij elkaar optellen. Dat is niet handig, ten eerste kost het veel extra tijd waardoor iedereen langer moet wachten en ten tweede heb je geen controle tenzij beide personen de punten optellen en later met elkaar vergelijken. Geheid zit er dan ergens een fout en moeten de punten weer worden her berekend. Niet doen dus! Punten worden direct opgeteld en vergeleken, eventuele telfouten kunnen dan direct gecorrigeerd worden.
Bij het noteren van de punten wordt je naam genoemd waarbij je dan zegt met welke pijl, 1e, 2e of 3e, je het dier geraakt hebt. Je kunt het dier natuurlijk ook gemist hebben, dan krijg je een keurig liggend streepje op je score kaart. Intussen zoeken de anderen naar de eventuele gemiste pijlen. Natuurlijk weten we precies waar we die moeten zoeken want we hebben goed opgelet waar de pijlen terecht zijn gekomen. Bij twijfel gevallen moet de groep beoordelen of de pijl raak is en/of het een kill is. Soms wordt er door de organisatie een team captain benoemd, die de eindbeslissing neemt, maar dit is niet altijd het geval.
Er wordt veel gesjoemeld bij de puntentelling en het is onze eer te na om op die manier een wedstrijd te winnen. Er wordt streng doch rechtvaardig gekeken of de pijl echt raak is. Win je dan een wedstrijd dan kun je terecht zeggen dat je hem gewonnen hebt en niet door er illegaal punten bij te smokkelen.
Tot slot wordt het aantal 1e kills bij elkaar opgeteld. Stel dat de twee hoogste schutters hetzelfde aantal punten hebben dan zal degene met de meeste 1e kills als winnaar worden uitgeroepen. Als het aantal kills dan ook overeenkomt? Geen idee, volgens mij is dat nog nooit gebeurd.
Nogmaals, de Trimunt ronde is geen wedstrijd en voor de meeste mensen een eerste kennismaking. We wensen jullie veel plezier, als er nog vragen zijn dan horen we dat graag.
Om het verhaal compleet te maken hierbij nog wat aanvullingen. Een aantal zaken hebben geen betrekking op onze 3D ronde maar is misschien wel aardig om te weten;
- – Nog niet zolang geleden is er een wijziging geweest met betrekking tot het indelen van longbows. Voorheen werd alles in één groep ingedeeld wat geen recurve boog was. Dat betekende dat je met je houten boog in dezelfde categorie schoot als iemand met een moderne flatbow met oplegger. Met een flatbow boog is het mogelijk veel nauwkeuriger te schieten als met een houten boog en voor de hout liefhebbers is het dan wel een uitdaging om in dezelfde categorie te schieten. Deze nieuwe categorie, de historische boog. is in het leven geroepen voor houten bogen waarbij geen oplegger gebruikt mag worden en waarbij alleen houten pijlen gebruikt mogen worden. Veren moeten eveneens van natuurlijk materiaal zijn en mogen niet van plastic zijn. Er mogen nog wel plastic nokjes gebruikt worden en dat is eigenlijk wel weer vreemd.
- Het kan gebeuren dat er voor de wedstrijd een materiaal controle plaats vindt, dit gebeurt eigenlijk alleen maar bij (inter-) nationale kampioenschappen. Boog en pijlen worden dan gecontroleerd en er wordt gekeken of je juist ingeschreven staat. Bewust of onbewust maken deelnemers fouten bij het inschrijven en ook kunnen fouten gemaakt worden door de organisatie.
Controleer bij het aanmelden je scorebriefje en laat gegevens corrigeren als deze niet juist zijn. Bij twijfel even vragen, bijvoorbeeld in welke categorie je thuis hoort. Bij historische bogen wordt er op gelet dat er geen markeringen zijn aangebracht waarmee afstanden ingeschat kunnen worden. Pijlen moeten genummerd zijn en voorzien van je naam. - Een durfdoel is een doel dat je niet verplicht hoeft te schieten. Het kan bestaan uit een metalen plaat waar je doorheen moet schieten. Vaak levert dit veel punten op maar veel vaker kost het je pijl. Het is verleidelijk om die 40 punten te pakken en het is dus niet onverstandig om oude, afgeschreven, pijlen mee te nemen zodat je die kunt gebruiken. Nadeel is dat deze oude pijlen meestal net iets anders schieten dan de pijlen waarmee je de wedstrijd schiet. Naast een durfdoel staat altijd een “normaal” doel met gewone punten telling. Een durfdoel missen of raken maakt vaak het verschil in een wedstrijd (80 punten). Maar zoals bij elke wedstrijd moet je ook een beetje geluk hebben.
- Dan hebben we ook nog de zogenaamde loterijdoelen. Aan het begin van de wedstrijd krijgt iedere deelnemer een gesloten enveloppe met de opdracht deze pas open te maken bij doel weet ik veel. Aangekomen bij dat doel staan er dan twee beestjes en je denkt laat ik het kleinste beestje maar nemen die zal wel het meeste punten opleveren. Fout gedacht, want het briefje in de enveloppe bepaalt welk beestje je had moeten schieten. Fout gegokt en de kill geschoten? Dan krijg je 20 strafpunten (verschil in de wedstrijd 40 punten). Dit soort doelen hoort niet in een wedstrijd maar hoort thuis op de kermis. Nog een leuk voorbeeld;
- Het zogenaamde “verneukeratief doel”. Er staat een Dodo in het bos met een briefje erbij. Dat briefje kun je niet lezen want dat is net te ver weg (25-30 meter). Op het briefje staat dat je nooit een Dodo had kunnen schieten omdat die uitgestorven zijn, je krijgt hiervoor 20 strafpunten! (verschil van 40 punten als je een kill geschoten zou hebben). Let op, want soms staan er ook zombies of dino’s of draken in het veld, en wat moet je dan. In ieder geval wordt je wel “gewaarschuwd” met de aankondiging dat het een verrassings doel betreft. Als je nu denkt dat ik daar gefrustreerd over ben dan heb je gelijk, ik ben namelijk overal ingetrapt, maar ik moet zeggen dat er over schrijven helpt bij de verwerking er van.
- Vensterdoel. Dat is eigenlijk heel normaal in een bos, het betekent dat je om het doel te raken tussen bomen en takken door moet schieten. En dat kan lastig zijn, als je denkt dat je die boom niet moet raken dan raak je hem juist. Niet aan die boom denken en altijd alleen focussen op het dier. Het komt voor dat schutters drie maal dezelfde fout maken en drie maal dezelfde boom of tak raken Dan behoor je tot een speciale categorie, de takkenschutters. Ik ken op dit moment slechts drie mensen die tot dit speciale elite korps toe gelaten zijn, waarbij ondergetekende. Mijn excuus? Een gebroken boog waarvan ik het niet door had.
- Handige hulpmiddelen die je moet hebben zijn een stevig mes en een hark. Beide attributen zijn zeer handig om pijlen opnieuw te kunnen gebruiken. Schiet je in een boom dan is een goed mes onontbeerlijk om de pijl heel te houden. Het in een boom schieten is overigens een goede test om te zien om je punten wel goed bevestigd zijn op je pijlen. Meestal is dat in het begin van je schutters carrière niet het geval. Een hark is heel handig om pijlen op te sporen die je in de losse (bos) grond hebt geschoten. Omdat een hark wat lastig in je broekzak past kun je ook volstaan met het handvat van een verfroller o.i.d.
- Een 3D ronde is meestal verdeeld in twee of drie lussen. De verschillende lussen hebben dan een andere kleur zodat je weet welk pad je moet volgen. Deze lussen zijn bedoeld om je steeds naar het beginpunt en de catering te brengen. De bedoeling is wel dat je gebruik maakt van de catering en dat je een pauze neemt. Wel wat lastig als je één doel voor de catering begint, ik zou zeggen, doorlopen in dat geval. Het is niet toegestaan om elkaar in te halen. Wordt dat dan niet gedaan? Tuurlijk wel, maar het risico is dat er daardoor wachtrijen ontstaan omdat er teveel groepen bij één doel staan. De meest serieuze schutters nemen heel veel tijd om hun pijltje te richten en ook dat veroorzaakt opstoppingen. Wachten is frustrerend en het haalt je compleet uit de flow (als je daar in zat tenminste). Je doet er niets aan, blijf rustig en maak je vooral niet kwaad want dat beïnvloed je prestaties. Geërgerde schutters presenteren het minst en schelden is alleen goed om in een negatieve spiraal te komen.
- Je hebt je ronde gelopen, briefjes keurig ingevuld en laten ondertekenen en je hebt een heerlijke dag gehad. De briefjes worden ingeleverd bij de organisatie. Je hoeft alleen nog onder het genot van een drankje even de prijsuitreiking af te wachten. Dream on! Als je net met je drankje gaat zitten dan vertrekt er net een groep die nog een hele lus moet lopen. En je weet dat die lus gewoon nog twee uur duurt! Als dan alle briefjes ingeleverd zijn dan kan het nog makkelijk nog twee uur duren voordat de resultaten bekend zijn. Het is dan geen moeilijke keuze om te vertrekken zodra je de wedstrijd hebt gelopen, vooral als je ook nog twee uur in de auto moet zitten. Voor de organisatie is dit natuurlijk niet leuk, tenslotte hebben ze er erg veel tijd in gestopt en het is niet leuk als de helft van de deelnemers vertrokken is voor de prijsuitreiking begint, maar begrijpen doe ik het wel.
- De prijsuitreiking is een verhaal apart. Om te beginnen zijn er bij (grote) wedstrijden heeeeeel veel prijzen. In de categorieën mannetje, vrouwtje, jeugdlid, senior, veteraan, compound 1 t/m 3, recurve 1 t/m 3, barebow 1 t/m 3, bowhunter 1 t/m 3, bowhunter recurve 1 t/m 3, longbow, historische boog. Een prijsuitereiking kan dan ook laaaaaaaang duren! In de regel worden prijzen niet opgestuurd en als je er niet bent dan krijg je ook geen prijs. Meestal zijn er wel aardige clubgenoten die wel zijn gebleven en jouw prijs in ontvangst nemen. Wees daar dankbaar voor!
- Het is niet handig om natuurkleurige veren te gebruiken en om je pijlen makkelijker terug te vinden is het slim om veren te gebruiken met heldere kleuren, zoals fluorescerend geel of oranje. Witte veren zijn ook duidelijk te herkennen.
Ook in felle kleuren geverfde schachten helpen om de pijlen sneller terug te vinden. De kleuren groen, bruin en zwart zijn nagenoeg onvindbaar in het struikgewas. Beter is het om het beest te raken zodat je niet hoeft te zoeken. Zoals ik al
eerder vertelde is het ook belangrijk dat de hele groep meekijkt als er geschoten wordt, de kans op terugvinden wordt daarmee erg vergroot. - Natuurlijk moet je even zoeken naar je pijlen, maar doe dit niet te lang als er een groep achter je aan komt. Het komt voor dat men zo lang zoekt dat er meerdere groepen staan te wachten. Ligt er een pijl achter het doel, zorg er dan voor dat er altijd één schutter duidelijk zichtbaar bij het doel staat zodat achteropkomende groepen niet in de verleiding komen om te gaan schieten terwijl er mensen in het struikgewas aan het zoeken zijn..
- Bij een inloopdoel staat het beestje standaard ver weg. Je begint met één pijl op de verste afstand en als je mist loop je naar de volgende plok. Indien je opnieuw mist dan loop je weer naar de volgende plok. Feitelijk schiet je dus drie verschillende afstanden tenzij je eerder het doel raakt. Zoals gezegd staat het doel meestal erg ver weg en staat het ook vaak op poten. Poten zijn heel normaal bij dieren maar het risico is ook erg groot dat je onder het dier, tussen de poten, schiet. Vooral reeën, herten en dat spul staat hoog op de poten en daar heb ik zelf wel last van. Het kan helpen als ik mezelf inbeeld dat er geen hert staat maar een konijn (hoezo is boogschieten geen psychologisch spelletje?) Het gaat zelfs zover dat als mijn mede-schutters “Ha, een konijn” roepen, ik al weet dat het iets is met hoge poten. Het helpt als je dan ter hoogte van de voorpoten mikt, indien je iets te laag schiet dan heb je nog kans op een treffer in één van de voorpoten.
- Soms staat er een bewegend doel in het veld. Dat is een aparte uitdaging, het beest staat namelijk niet stil maar komt omhoog uit een gat of vanachter een boom of vliegt voorbij. Behalve richten speelt dan ook de tijdsfactor mee en dat maakt
het extra lastig om een goed schot te lossen. - 3D doelen kunnen erg klein zijn en dan is het juist zaak om goed te focussen. Is het een horizontaal beestje dan valt het nog wel mee, je moet dan goed richten en lossen. Is het een laag dier dan wordt het toch lastiger omdat dan afstand
inschatten erg belangrijk wordt. En laat dat nou het moeilijkste zijn. Er zijn schutters die een krokodil raken door de pijl via de grond in het dier te laten ketsen, dit levert dus geen punten op! - Vissen liggen vaak aan de rand van het water en dat is best gek want een vis leeft in het water en niet ernaast. Maar meestal is het toch praktischer om een vis op het droge te leggen. Slechts één keer heb ik meegemaakt dat de vis inderdaad onder water lag. In zo’n geval moet je rekening houden met de lichtbreking. Richt dan altijd voor en niet op de vis want dan gaat de pijl over het dier heen. In zulke gevallen is er wel een duiker aanwezig om te zorgen dat je je pijlen terug krijgt.
- Je mag collega schutters nooit plagen maar soms is het wel lastig om je mond te houden of niet in lachen uit te barsten. Ofschoon we serieus met onze sport moeten om gaan moet er ook gelachen worden. Meestal is het leedvermaak en je moet je dan wel afvragen of men daarop gesteld is. Dit kan heel verschillend zijn en als je je collega schutters niet goed kent (en andersom) dan kan dit wel een probleem zijn. Het is daarom ook beter om met bekende schutters de wedstrijd af te lopen zodat je weet wat je aan ze hebt en zij aan jou. Maar ook in een onbekende groep kom je er al snel achter hoe men in het leven staat.
- Als het slecht weer is zal je merken dat het schieten een beetje anders gaat dan je gewend bent. Vooral harde wind en ook regen beïnvloeden de vlucht van je pijl en soms is het nodig om een meter naast het doel te richten bij een sterke zijwind. Ook dat is een uitdaging en maakt het extra spannend. Regenkleding kan sowieso aardig in de weg zitten als je aan het schieten bent net zoals ruimvallende kleding (jas). Sommige schutters wikkelen elastiek om de mouwen om te voorkomen dat de pees tegen de jas mouw slaat wat natuurlijk heel veel invloed heeft op de pijlvlucht. Op het parcours kan het spekglad zijn en goede schoenen zijn noodzakelijk om grip te houden. Zorg in ieder geval dat je je boog en pijlen zodanig vervoerd dat je er niet boven op kunt vallen, zonde van je materiaal maar misschien ook zonde voor je zelf. Een collega schutter een hand reiken en helpen kan ook geen kwaad. Ga je wel op je snuit dat is het voor de rest lastig om het gezicht in de plooi te houden. Wel altijd even vragen of gevallene zich geen pijn heeft gedaan en eventueel Eerste Hulp bieden